Er was eens…..
In een heel mooi dorpje midden in een groot bos een enorm arme houthakker. Hij woonde daar met zijn vrouw en zijn kindertjes aan de rand van dat woud.
In sprookjes komen veel arme houthakkers voor; de vader van Hans en Grietje, het mannetje in de maan en natuurlijk niet te vergeten de vader van Klein Duimpje. Zonder uitzondering vaders die het goed voor hadden met hun kinderen en dus heel erg deugen.
Maar in Laren zijn houthakkers helemaal niet populair. Als je al kijkt naar een boom wordt er al wantrouwend gekeken (en soms is dat terecht).
Zoveel bomen als er in ons dorp zijn, zo weinig betaalbare woningen zijn er beschikbaar. En om die te bouwen is het heel moeilijk een plaats te vinden. Een van de zeldzame plekken waar dat wel zou kunnen is het stukje tegenover de Binckhorst St Jan. Het ernstig verwaarloosde bosje dat zich daar bevindt, was vroeger een kleine gemeentelijke kwekerij en heeft dan ook de toepasselijke naam Larense kweek.
Om een heel bescheiden aandeel te leveren in het oplossen van de woningnood heeft de Diaconie een plan gemaakt om zeven kleine woningen voor oudere Laarders op de Larense kweek te bouwen. Op loopafstand van het centrum, aangepast aan de bewoners en bovendien redelijk betaalbaar omdat de plek eigendom is van de gemeente. Wie kan daar nou toch op tegen zijn?
Als er gebouwd gaat worden zullen er een paar bomen moeten sneuvelen en dat is natuurlijk heel spijtig. Er zal een houthakker aan de slag moeten en dat zal hem niet in dank afgenomen worden door een aantal dorpsgenoten.
De buren, de overburen en de over-overburen zouden die bomen veel liever laten staan maar hoe moet dat dan met die mensen die zo heel graag een prettige en passende woning zouden willen hebben? Zijn bomen dan belangrijker dan mensen en moet de houthakker tegengehouden worden?
In het sprookje:
de prinsen en prinsessen in de nabij gelegen paleizen en kastelen riepen dat die bomen natuurlijk veel belangrijker waren dan die oude arme sloebers. Ze zeiden: “Waarschijnlijk zijn er wel veel betere plekken en die bomen zijn echt veel belangrijker dan die mensjes”.
Maar toen zei de wijze koning: “Die bomen zijn heel belangrijk en waardevol maar die bomen zijn er voor de mensen en de mensjes, en de mensen zijn er niet voor de bomen. Bomen zijn belangrijk maar die mensjes hebben goede huisvesting nodig. Daarom besluit ik dat die huisjes er mogen komen want de prinsen en prinsessen hebben zelf genoeg bomen en kamers en moeten ook de anderen wat gunnen.”
De houthakker, de timmerman, de metselaar en rietdekker werden meteen gebeld en binnen de kortste keren stonden er zeven prachtige kleine paleisjes. De gelukkige bewoners waren superblij en riepen ‘hieperdepiep’
En ze leefden nog lang en gelukkig.
0 reacties